De bevalling bestaat uit vijf verschillende fases. Hoe snel deze fases verlopen is bij iedere vrouw verschillend. De kracht van je weeën en de ligging van je kindje zijn hierbij van groot belang.
Deze fase begint als de ontsluiting volledig is en eindigt met de geboorte van jullie baby. Pas als je volledige ontsluiting hebt, mag je starten met zelf actief meepersen, ook als je voordien al persdrang voelt. Andersom kan het ook voorkomen dat je volledige ontsluiting hebt, maar nog geen aandrang hebt om te persen. In dit geval heeft het de voorkeur te wachten met persen tot je die persdrang wel hebt, tenzij de verloskundige of gynaecoloog anders beslist. Er zijn allerlei verschillende houdingen die je aan kunt nemen om te persen (zie kopje ‘baringshoudingen’)
Misschien heb je wensen ten aanzien van de geboorte zoals op bed, op de baarkruk of in bad. Geef dit gerust aan bij je verloskundige tijdens het spreekuur of tijdens de bevalling. Realiseer je wel dat het soms nodig is om hier van af te wijken omdat het om medische redenen op dat moment niet kan, waarin meerdere redenen een rol kunnen spelen. We zoeken samen naar een eventuele andere houding.De geschiktheid van een houding hangt af van verschillende factoren, waaronder de ligging en de conditie van jullie baby.
Als dit uw eerste bevalling is, kan u tijdens het persen het gevoel hebben dat er nauwelijks schot in de zaak zit: steeds als je denkt dat uw baby wat verder naar beneden is gekomen, schiet hij weer een stukje terug. Oorzaak is dat deze baby de weg nog moet ‘vrijmaken’ en langzaamaan de weefsels oprekt. Als je al eerder bent bevallen, verloopt de uitdrijving meestal een stuk sneller. Na een tijdje persen verschijnt er in de vagina een donkere, natte welving die bij elke wee wat groter wordt. Het is het achterhoofdje van je baby. Daarna volgen het voorhoofdje, neusje en kin. Om geboren te worden maakt hij een schroefvormige beweging. Als zijn hoofdje is geboren, draait hij iets terug zodat zijn schouders in de gemakkelijkste stand komen. Dat is de uitwendige spildraai.
De rest van zijn lichaampje volgt daarna meestal vlot. Als de baby geboren is, wordt gecontroleerd of hij of zij goed functioneert buiten de baarmoeder. Als hulpmiddel gebruikt men de Apgarscore, die 5 controlepunten bevat: ademhaling, hartslag, kleur, spierspanning en reacties. Op elk punt kan de baby
maximaal 2 punten scoren; in totaal kan hij er dus maximaal 10 krijgen. De verloskundige of gynaecoloog voert deze controle ongemerkt uit, terwijl jij de baby vasthoudt.
Na de geboorte van de baby wordt zijn navelstreng doorgeknipt . Het doorknippen van de navelstreng is een speciaal moment na de geboorte van jullie kindje. De navelstreng laat men meestal eerst uitkloppen, dan pas wordt deze afgeklemd voordat deze wordt doorgeknipt. Dit wordt afnavelen genoemd.
De navelstreng is de verbinding tussen je kindje en en de placenta (moederkoek). Zuurstof en voedingsstoffen die de placenta opneemt gaan via de navelstreng naar je kindje. De afvalstoffen gaan ook via de navelstreng naar de placenta en worden daarna afgevoerd. De navelstreng bevat ook belangrijke stamcellen en is gemiddeld 50 tot 60 cm lang. De gelei van Wharton die eromheen zit voorkomt dat de
vaten worden dichtgedrukt. Door de gelei is de navelstreng taai om door te knippen en voelt stug en rubberachtig aan.
Wij laten de navelstreng in principe helemaal uitkloppen, zodat jullie kindje tot op het laatste moment de zuurstof en voedingsstoffen van jouw binnen krijgt. Van dit afnavelen voel jij, noch de baby iets. Er lopen namelijk geen zenuwen door de navelstreng. Op de navelstreng worden in principe 2 klemmen gezet, een navelklem en een kocher (speciaal tangetje), waartussen die wordt doorgeknipt. Jij of jouw partner mogen
dit gerust zelf doen.
Uit onderzoek blijkt dat je het beste 2 tot 3 minuten kunt wachten met het doorknippen.
Voordelen van het langer laten uitkloppen:
De navelklem:
Sommige ouders vinden zo’n navelklem niet prettig met het verzorgen van hun kindje.
Je kindje heeft zelf geen last van de navelklem en na ongeveer acht dagen valt het navelstompje
ervan zelf af.
De cordring:
De Cordring is zo klein dat hij minder in de weg zit bij je kindje.
De Cord ring zit niet standaard in je kraampakket. Als je deze wilt gebruiken bij je kindje zal je de Cordring
zelf moeten regelen.
Je kunt de Cordring voor €2.50 bij ons op de praktijk kopen. Wij verkopen enkel de latex vrije Cordring.
In deze periode, nadat de baby geboren is, moeten de placenta (moederkoek) en vliezen tezamen, ook wel nageboorte genoemd, nog geboren worden. Meestal voel je nog een paar weeën, die ervoor zorgen dat de baarmoeder samentrekt en verkleint. Hierdoor komt de placenta van de baarmoederwand los en voor de baarmoedermond te liggen. Je moet dan nog een paar keer meepersen om de nageboorte uit te drijven. Deze wordt dan goed nagekeken.
Het is belangrijk dat de placenta en vliezen volledig zijn en er geen stukje in de baarmoeder is achtergebleven. Als je gehecht moet worden, omdat er een scheurtje is ontstaan of als je ingeknipt bent, zal dit meestal direct na de geboorte van de placenta gebeuren. We hebben er bewust voor gekozen om geen tijdsduren te vermelden bij elke afzonderlijke fase, omdat dit van vrouw tot vrouw en van bevalling tot bevalling erg kan verschillen. Het kan ook anders.
Elke bevalling is verschillend en uniek; er bestaat geen standaardscenario. Al voordat de bevalling is begonnen, maar ook tijdens elke afzonderlijke fase, kunnen er redenen zijn om in het ziekenhuis te bevallen of naar het ziekenhuis te gaan om je daar verder te helpen met behulp van medische kennis en technieken die op dat moment nodig zijn. Uiteindelijk willen alle mensen die je helpen tijdens uw bevalling hetzelfde: zo veilig mogelijk werken met als hoofddoel een gezonde moeder met een gezonde baby.