De NIPT is een bloedonderzoek bij de zwangere en kan vanaf 10 weken worden uitgevoerd. Het laboratorium van het EMC onderzoekt het DNA en kan zo onderzoeken of er aanwijzingen zijn dat je kind Down- Edwards- of Patausyndroom heeft. Blijkt uit het bloedonderzoek dat het kind misschien Down- Edwards- of Patausyndroom heeft, dan is er
vervolgonderzoek (prenatale diagnostiek) nodig om zeker te weten of het kind wel of niet de aandoening heeft.
De screening kan je misschien geruststellen over de gezondheid van je kindje. Maar het kan je ook ongerust maken, en je voor moeilijke keuzes stellen. De NIPT geeft géén zekerheid. Bij een verhoogd risico wordt prenatale diagnostiek
aangeboden. Dit kan in de vorm van een vlokkentest (tussen 11- 13 weken) of een vruchtwaterpunctie (vanaf 15 weken). Soms wordt een uitgebreide echo gedaan. Je bepaalt zelf of je van deze onderzoeken gebruik wil maken en of je bij een ongunstige uitslag nog vervolgonderzoek wil laten doen.
Je kunt op elk moment stoppen met de onderzoeken. Inmiddels wordt de NIPT volledig vergoed. De kosten van vervolgonderzoek gaan soms wel af van jouw eigen risico.
Klik voor de folder NIPT
Klik voor filmpje NIPT